In Johannes 6 belooft Jezus dat van Hem eten ervoor zorgt dat we nooit meer honger hebben. Een prachtige belofte. Maar, waarom hebben we dan honger?
Dat is allemaal de schuld van onze overgroot-opa en -oma: Adam en Eva. Toen ze werden geschapen, werden ze in het paradijs neergezet. En wat maakte deze tuin nou vooral zo'n paradijs? God zelf wandelde er rond.
God had de mensen namelijk gemaakt om in relatie met Hem te leven. In dat contact met hun hemelse Vader vonden ze alles wat ze nodig hebben. Daar vonden ze acceptatie. Daar vonden ze vreugde. En daar, zo dichtbij God, vonden ze liefde.
Maar dan doet Eva iets heel heel doms. Ze gaat fruit eten. Dit is mijn grootste reden waarom ik zo min mogelijk fruit eet. De eerste keer dat een mens dat deed, pakte niet zo goed uit…
Specifieker, Adam en Eva eten van de vrucht van de enige boom waar ze niet van mochten eten. Ze kiezen ervoor om God ongehoorzaam te zijn. Ze zondigen. En omdat zondige mensen niet voor eeuwig bij God kunnen zijn, worden ze het paradijs uitgestuurd.
Vanaf dan heeft de mens honger. Honger naar acceptatie. Honger naar vreugde. En, zo ver van God af, honger naar liefde. Als je om heen kijkt, zie je dat de meeste mensen dagelijks in de weer zijn om deze honger te stillen. Ze proberen van alles en nog wat te eten: Geld, aandacht van mensen, vriendschappen, ambities, en ga zo maar door.
Het grote probleem? Al deze dingen gaan onze honger niet stillen. Er is maar 1 manier om dat te doen, en dat is door een relatie met God te hebben.
En precies dat maakt Jezus mogelijk. Jezus is God zelf, en brengt ons in contact met de Vader.
Jezus stilt onze echte honger, en dat maakt Hem het Levende Brood. Eén hap van dit levende brood maakt die domme hap fruit van Eva ongedaan.
Nils van Asselt
Meld je nu aan voor in Vuur en Vlam, een e-mailserie geschreven door jongeren, speciaal voor jongeren.