Een poos geleden raakte ik in gesprek met twee Marokkaanse, jonge kerels: Bilal en Mohammed. Ik kwam ze tegen in de sauna van de sportschool, waar ik wel vaker te vinden ben. We raakten in gesprek en genoten van de rust, warmte en ontspanning. “Pfoe, ik ben blij dat het zaterdag is en ik niet hoef te werken vandaag.” – riep Mohammed. “Ja man, na zo’n ontspannend saunabezoek ga ik niets meer doen vanmiddag… En jij?” vroeg Bilal me nieuwsgierig. Ik antwoordde “Oh, ik moet nog wel werken vanmiddag, maar ik heb er zin in!” Bilal antwoordde en vroeg: “Dat betaalt dan vast lekker, zo op de zaterdag. Wat voor werk doe je?” In mijn gedachten dankte ik God, want dit is precies de vraag waarvan ik hoopte dat hij gesteld zou worden. Ik antwoordde: “Ik ga vanmiddag een preek schrijven man.” Mijn nieuwe Marokkaanse vrienden antwoordden enthousiast [met een typisch accent]. “Wajo! Ben jij priester ofzo? Bilal! Kijk naar hem [wijzend naar mij]! Deze gast is gewoon priester! Hij is Priester Junior!”.
Uiteraard moest ik lachen door deze uitspraak, maar we raakten in een goed gesprek. Ik vertelde over mijn dagelijks leven, ik toonde interesse in Bilal en Mohammed en ik getuigde van Jezus. Allerlei vragen over de Bijbel volgden. Vragen die je kunt verwachten van jonge Marokkaanse moslimjongeren. Op dat specifieke moment in de saunaruimte van de sportschool kon ik getuigen van Jezus, mijn Hogepriester. Ik mocht werkelijk de taak van een priester vervullen. Ik kon God vertegenwoordigen bij Mohammed en Bilal! Hoe gaaf is dat?
Het gesprek ging verder. Ik kon veel getuigen over Jezus’ liefde en vertelde ze over de Heilige Geest: dat God zelfs in mij woont. Bilal was nieuwsgierig en stelde een scherpe vraag: “Wajo, hoe kun je zeggen dat God in je woont? Dat kan toch nooit man? Hij is zo groot, dat past nooit!” En hiermee raakte hij de spijker op z’n kop. Als Jezus daadwerkelijk is Wie Hij zegt te zijn, als ik een “Priester Junior” ben, en God in mij woont: dan kan het niet anders zijn dan dat Jezus als stromen van levend water vanuit mijn binnenste naar buiten komt. Dan kan het niet anders zijn dan dat ik getuig over Zijn overweldigende liefde. Dan kan het niet anders zijn dan dat ik het Evangelie predik aan álle schepselen.
Het was niet een verspreking van Jezus toen hij in Markus 16 zei “Predik het Evangelie aan alle schepselen.” Hij wist dat de prediking van het Evangelie de wereld op z’n kop zou zetten. Jezus wist dat geloof uit het gehoor kwam, en het gehoor door het woord van God (Rom. 10:17). Jezus gaf dan ook niet voor niets de grote zendingsopdracht uit Matthëus 28 aan zijn discipelen. En het was zeker geen toevalligheid toen Hij zelf zei: “Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen." (Johannes 16:7). Jezus verlangen was namelijk om Zijn Koninkrijk te bouwen op aarde, maar Hij wilde het niet alleen doen. Hij kon het alleen, maar hij koos er voor om het samen te doen. Hij wilde het samen doen met mij en met iedereen die gelooft dat Hij de Zoon van God is.
Vandaag de dag leven we in een drukke wereld. Overal zijn er geluiden en prikkels en wordt er van alles aan ons gepredikt. De moderne media vertellen ons een beeld van de wereld wat niet klopt. Het is een boodschap gericht op de verheerlijking van de mens. En niet op de verheerlijking van God. Het is een boodschap vol gevaar, angst en egoïsme. Het is een verhaal gevuld met leegte. Maar let op: het is wel een prediking! Wat horen de mensen als christenen het Evangelie niet prediken? Is er dan een stilte? Nee! De wereld predikt haar eigen evangelie, juist als christenen stil zijn.
Toen Bilal mij uit interesse de vraag stelde of ik nog moest werken had ik gemakkelijk een gesprek over Jezus kunnen vermijden. Maar dat deed ik bewust niet. Omdat ik me geroepen voel om het Evangelie te prediken, gelegen of ongelegen, aan vrienden of onbekenden, vanuit de sauna in mijn sportschool of vanaf het podium in mijn kerk. Ik weet dat God mij geroepen heeft als vertegenwoordiger van Zijn Koninkrijk. Ik weet dat ik een getuige ben van een Nieuwe Wereld die op het punt staat door te breken. Ik weet dat ik niet alleen ben en de Geest van de Heere op mij is. Jezus is mijn Meester, ik ben Zijn dienstknecht. Hij is mijn Vader, ik ben Zijn Zoon. Jezus is mijn Hogepriester. En ik ben Priester Junior. Wie ben jij?
Marcel
Meld je nu aan voor in Vuur en Vlam, een e-mailserie geschreven door jongeren, speciaal voor jongeren.