Op een avond zat ik in aan de keukentafel in een mooi Engels huisje waar ik een kamer had gehuurd vlak buiten de stad London. Ik was een lijst aan het maken met alle dingen waarvan ik droomde dat ze uit zouden komen, waaronder, als Henoch opgenomen worden in de hemel en visioenen met Jezus waarin in ik oog in oog zou staan met mijn grootste liefde. Zo had ik bij droom tweeëntwintig op de lijst een verlangen van mij staan, naar Christian-life conferenties waarin christenen van hart of naam aangevuurd mochten worden in hun relatie met onze Papa. Deze conferenties wilde ik het liefst samen met mijn vrouw Inge doen en Nils, Anne en Luuk. Nou was het geval dat een paar weken later Nils en Luuk mij opzochten in het mooie dorpje Waltham Abbey.
Na een paar dagen met de jongens in Engeland te hebben rondgelopen en een aantal bijzondere dingen te hebben meegemaakt met taxi’s en underground’s zitten we bij mij op de kleine maar fijne kamer met z’n drieën. Door woorden die God gaf die dag en dromen die we hadden komen we op het plan om streefweekenden te gaan opstarten. We deelden zo wat ideeën met elkaar en vonden het over het algemeen een spannend idee.
Dit idee van de grond laten komen nam meerdere risico’s met zich mee, Ook was er een kans van falen bij, menselijk gezien natuurlijk. Uiteindelijk kwamen we bij de gedachte dat, beter verkeerd gehoord dan niet te gehoorzamen aan zijn stem. Ik heb iets geleerd van de uitspraak ‘ if it’s Gods will it’s Gods bill’. Ik ben er van overtuigd dat dit nooit zal falen want elke stap die je zet in oprechtheid hoe meer je Jezus leert kennen want de oprechten van hart zullen God zien!
De uitkomst van dit alles is dat we nu vlak voor het moment van de vuurdoop van Streefweekend nummer 1 staan! We zijn hard aan de slag geweest om de organisatie officieel te maken en we hebben er erg veel zin in, wij hopen jullie ook!
4 gedachten over “Hoe begon Streef? ~ Roan Drost”
Je bent een held Roan
Gedurfd! Goed bezig. Hoop dat het wat gaat worden.
Super Nice! Gods zege en het gaat mooi worden ! ♡
Trots op je, Roan!